Mijn perspectief op het KB

Samenwerking voor geoptimaliseerde oogzorg

Introductie:

Onlangs beluisterde ik op Radio 1 een interessante discussie tussen oogarts Hilde Deconinck en Viviane De Vries, vertegenwoordiger van de beroepsvereniging van opticiens. Deze discussie bracht de huidige situatie rondom de erkenning van opticiens en optometristen naar voren. Als werving en selectiekantoor dat gespecialiseerd is in de optieksector en als bachelor opticien optometrist met ervaring in verschillende oogzorgomgevingen (zelfstandig optiekzaak, fabrikant en Nederlandse oogartsenpraktijk ), voel ik de behoefte om hierop te reageren. In deze blog wil ik graag mijn visie delen, waarbij ik pleit voor een nauwe samenwerking tussen optometristen en opticiens om de kwaliteit van de oogzorg te verbeteren.

Samenwerking voor de beste patiëntervaring:

Mijn persoonlijke overtuiging is dat een nauwe samenwerking tussen oogartsen, optometristen en opticiens de meest effectieve en aangename benadering is voor de patiënt. Ik stel voor dat de optometrist en opticien samenwerken om de eerstelijns screening te verzorgen. Op deze manier kan de klant elke 3 jaar een bezoek brengen aan een optometrist, die zijn erkenning behoudt door middel van voortdurende bijscholing. De optometrist is opgeleid om te beoordelen of een verwijzing naar de oogarts nodig is, zonder echter een definitieve diagnose te stellen. Door middel van anamnese, oogdrukmeting, voorsegment beoordeling, netvliescontrole en visusmeting kan de optometrist vaststellen of er eventuele oogproblemen zijn. Indien er geen problemen worden geconstateerd, mogen zowel de opticien als de optometrist een nauwkeurige refractie uitvoeren om de juiste bril- of contactlenssterkte te bepalen en aan te passen.

Speciale aandacht voor kinderen en ouderen:

Voor kinderen tot 18 jaar pleit ik ervoor om hen naar een oogarts te laten gaan. Ook 65-plussers zouden elke 2 jaar een bezoek aan de oogarts moeten brengen. Dit zorgt ervoor dat de oogarts wordt ontlast en zijn expertise kan inzetten voor patiënten met oogaandoeningen, zonder zich bezig te houden met routinematige screenings.

Overgangsperiode en bijscholing:

Om deze veranderingen te kunnen implementeren, is een overgangsperiode noodzakelijk. Tijdens deze periode moeten reeds afgestudeerde bachelor opticien optometristen en oudere opticien optometristen de mogelijkheid krijgen om bij te scholen, zodat ze de erkenning als optometrist kunnen verkrijgen. Een examen kan worden afgenomen om te beoordelen of zij in staat zijn om te bepalen of een klant doorverwezen moet worden naar de oogarts. Daarnaast is het verplicht bijscholen van optometristen essentieel om hun kennis up-to-date te houden.

Conclusie: Samenwerking voor optimale oogzorg

Al met al ben ik van mening dat een nauwe samenwerking tussen oogartsen, optometristen en opticiens, hoewel het enige inspanning vereist, de gehele oogzorg optimaliseert, met de klant als belangrijkste focus. Door de expertise van alle professionals te combineren en de verantwoordelijkheden op een passende manier te verdelen, kunnen we een betere patiëntervaring bieden en de efficiëntie van de oogzorg verbeteren.

Als werving en selectiekantoor in de optieksector zie ik dagelijks de waarde van een dergelijke samenwerking. Laten we streven naar een toekomst waarin oogartsen, optometristen en opticiens hand in hand werken om de oogzorg naar een hoger niveau te tillen.

Previous
Previous

Moederdag Special: 3 Tips voor het Vinden van Balans tussen Werk en Gezin

Next
Next

Hoe je je huidige job kan optimaliseren en een burn-out voorkomen